Per 1 januari 2022 is de wet- en regelgeving voor personeel en arbeid op een aantal punten aangepast.
Reiskostenvergoeding, thuiswerkvergoeding en werkvergunning
De personeel gerelateerde wijzigingen per 1 januari 2022:
- Een werkgever krijgt de mogelijkheid om maximaal € 2 per thuiswerkdag onbelast te vergoeden via een gerichte vrijstelling voor een thuiswerkkostenvergoeding.
- De tijdelijke regel voor de onbelaste vaste reiskostenvergoeding bij (volledig) thuiswerken wordt stopgezet. De 128-dagenregeling voor een onbelaste vaste reiskostenvergoeding past de werkgever vanaf 2022 pro rata toe als structureel (deels) wordt thuisgewerkt.
- Nieuwe werkvergunningen kunnen langer geldig zijn (maximaal drie jaar). Een buitenlandse werknemer moet vanaf 2022 wel het volledige loon op zijn bankrekening gestort krijgen.
- Werknemers én uitzendkrachten krijgen sneller medezeggenschapsrechten door de Verzamelwet SZW 2022. Deze wet bevat ook diverse andere (kleine) wijzigingen, onder andere op het gebied van de no-riskpolis en loonkostensubsidie.
- Uitzendkrachten krijgen bovendien sneller recht op een vast contract en pensioenopbouw.
- Voor beursgenoteerde bedrijven en grote bv’s en nv’s gaan strengere regels gelden voor diversiteit in de (sub)top.
- Rookruimtes in bedrijfspanden zijn niet langer toegestaan.
- Het STAP-budget vervangt de fiscale aftrekmogelijkheid voor scholingsuitgaven.
- De maximale transitievergoeding stijgt van € 84.000 naar € 86.000.
- De AOW-leeftijd gaat naar 66 jaar en zeven maanden, de pensioenrichtleeftijd blijft 68 jaar.
- Pensioenverlagingen zijn minder snel aan de orde door tijdelijk afwijkende regels.
- In 2022 is de vrije ruimte van de werkkostenregeling 1,7% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom en 1,18% over het deel van de loonsom boven de € 400.000.
- Het wettelijk minimumloon voor volwassen fulltimers stijgt naar € 1.725 per maand. Hiermee wijzigen ook de rekenregels en grenzen voor het lage-inkomensvoordeel (LIV).
- De hoge WW-premie voor werknemers met een flexibel contract is komend jaar 7,7%. De lage WW-premie voor werknemers met een vast contract en vaste arbeidsduur wordt 2,7%.
- De tijdelijke uitzondering voor herziening van de WW-premie bij overwerk komt ten einde.
- Kleine werkgevers gaan een lagere Aof-premie betalen. De Aof-premie wordt wel ietsjes verhoogd vanwege een nieuwe tegemoetkomingsregeling voor beroepsziekten. De nieuwe Aof-premie is één van de zaken die zorgt voor wijzigingen in de aangifte loonheffingen.
- De loonsomgrens tussen kleine en middelgrote werkgevers verandert voor de Whk-premie.
- De percentages voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet dalen. Voor de zorgverzekering mag een werkgever maximaal € 1.522 op het minimumloon inhouden.
- De premie voor de private aanvulling op de WW en WGA daalt van 0,4% naar 0,2%.
- De bijtelling voor elektrische auto’s gaat omhoog, terwijl de zogeheten cap omlaaggaat. Er gelden nieuwe bijtellingsregels voor werknemers met meer dan één auto van de zaak.
Bron: Rendement