Skip to main content

Wijziging wetvoorstel toekomst pensioenen is ingediend

Wijziging voor het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen is ingediend door Minister Schouten van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen bij de Tweede Kamer. Het is de bedoeling dat de nieuwe pensioenregels per 1 januari 2023 in werking treden. In het wetsvoorstel is ook opgenomen dat er meer ruimte komt voor zzp’ers om voor hun pensioen te sparen via de derde pijler.

Het kabinet hoopt met dit voorstel een aantal pensioenproblemen op te lossen. Zo moet het pensioen door de Wet toekomst pensioenen flexibeler worden en moet het meebewegen met de stand van de economie. Het nieuwe pensioenstelsel is een andere ingrijpende verandering, zodat de doorsneepremiesystematiek verdwijnt en dat middelloon- en eindloonregelingen niet meer zijn toegestaan. Straks geldt voor alle werknemers bij de beschikbare premieregeling eenzelfde percentage aan premie (een ‘vlakke’ premie). Dit moet er voor zorgen dat het pensioen voor deelnemers transparanter en persoonlijker wordt. Iedere deelnemer krijgt een eigen pensioenrekening.

Er is ook een flinke verandering te verwachten op het gebied van het nabestaandenpensioen. Voor werkende deelnemers wordt dit een verzekering die doorloopt tijdens verlof en werkloosheid. Deze verzekering biedt vanaf dag 1 de helft van het salaris als nabestaandenpensioen voor de partner.

De regels gelden vanaf 1 januari 2023, afhankelijk van de wetsbehandeling in de Tweede en Eerste Kamer. Tot 1 januari 2027 krijgen de sociale partners en pensioenuitvoerders de tijd om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving. Dit wordt de transitieperiode genoemd. De grootste strijdpunten zullen de verdeling van de € 1.800 miljard aan pensioenvermogen over individuele pensioenverplichtingen zijn en de hoogte van de solidariteitsreserve en wanneer deze wordt ingezet.

Meer gaan sparen voor pensioen voor zzp’ers 

In het wetsvoorstel staat dat zzp’ers de ruimte hebben om voor hun pensioen te sparen in de derde pijler (door middel van onder andere een lijfrente) waarvoor zij de betaalde premies kunnen aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting ruimer wordt. Die ruimte is nu nog maximaal 13,3% van de premiegrondslag (inkomen minus AOW-drempelbedrag). Ze willen dit verhogen naar 30%. Hiervoor is € 100 miljoen beschikbaar.

Bron: Rendement, Fiscount