Skip to main content

Tips voor ondernemers en rechtspersonen

By 12 december 2013december 8th, 2020Nieuws

11. Maak gebruik van willekeurige afschrijving
Heeft u investeringsplannen, kijk dan of u deze mogelijk nog dit jaar kunt realiseren. Investeert u namelijk in de periode 1 juli tot en met 31 december in een nieuw bedrijfsmiddel, dan mag u hier in 2013 direct tot de helft op afschrijven. Deze tijdelijke verruiming van de willekeurige afschrijving vervalt weer op 1 januari 2014. Er gelden twee belangrijke voorwaarden:

1. Is het boekjaar gelijk aan het kalenderjaar, dan kunt u alleen in 2013 eenmalig en maximaal 50% willekeurig afschrijven op het nieuwe bedrijfsmiddel. Over het restant schrijft u normaal af.
2. U moet het bedrijfsmiddel vóór 1 januari 2016 in gebruik nemen. Slechts in zéér uitzonderlijke gevallen mag hiervan worden afgeweken.

Tip
Door gebruik te maken van deze willekeurige afschrijving kunt u een liquiditeitsvoordeel behalen. U schrijft namelijk in 2013 meer af, zodat uw winst lager wordt en u dus minder belasting hoeft te betalen. Dit liquiditeitsvoordeel wordt overigens in de jaren daarna weer teruggenomen, omdat u dan minder kunt afschrijven op het bedrijfsmiddel.

Bepaalde bedrijfsmiddelen, zoals gebouwen en immateriële activa (goodwill), zijn uitgesloten. Neemt u het bedrijfsmiddel niet gelijk in 2013 in gebruik, dan moet u rekening houden met een betalingscriterium. De willekeurige afschrijving is dan niet alleen beperkt tot 50%, maar ook tot het bedrag dat u heeft betaald voor uw investering.

12. Haal nog snel investeringsaftrek binnen
Investeert u dit jaar voor meer dan € 2.300 in bedrijfsmiddelen, dan heeft u recht op investeringsaftrek. Naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek komt u mogelijk ook in aanmerking voor de
energie-investeringsaftrek (EIA) of de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Door uw investeringen dit jaar goed te plannen, kunt u optimaal profiteren van de aftrek.

Let op!
Niet alle bedrijfsmiddelen komen in aanmerking voor investeringsaftrek. Zo zijn bedrijfsmiddelen met een investeringsbedrag van minder dan € 450 uitgesloten, maar ook bijvoorbeeld goodwill, woonhuizen, grond en personenauto’s. Dit jaar is er nog een uitzondering voor zéér zuinige personenauto’s. Deze komen dit jaar nog wel in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Volgend jaar is dit niet langer het geval. Voor (semi-)elektrische auto’s blijft de MIA wel mogelijk.

Voorkom dat u door veel kleine investeringen de drempel van € 2.300 niet haalt. Mogelijk kunt u investeringen in dat geval naar voren halen. Bij grote investeringen is het wellicht verstandig om deze te spreiden over meerdere jaren. De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek neemt namelijk af naarmate het totale investeringsbedrag groter wordt. Bij een investeringsbedrag van meer dan € 306.931 is in 2013 helemaal geen aftrek meer mogelijk.

Hou er wel rekening mee dat als u een bedrijfsmiddel in 2013 nog niet in gebruik heeft genomen, u voor de investeringsaftrek moet uitgaan van het bedrag dat u dit jaar voor het bedrijfsmiddel heeft betaald.

Tip
Heeft u investeringsplannen in een milieuvriendelijk of energiebesparend bedrijfsmiddel en is het investeringsbedrag relatief klein, kijk dan of u deze investering in ieder geval nog in 2013 kunt doen. In 2014 gaat het minimuminvesteringsbedrag voor de EIA en de MIA/Vamil namelijk omhoog van € 450 naar € 2.500. Dat wil zeggen dat als het investeringsbedrag inclusief verbeterkosten van het bedrijfsmiddel minder bedraagt dan € 2.500, dit bedrijfsmiddel is uitgesloten voor deze regelingen.

Wilt u de investeringsaftrek toepassen, dan moet u hierom verzoeken in de aangifte inkomstenbelasting of de aangifte vennootschapsbelasting. U heeft alleen recht op de MIA of de EIA als u het bedrijfsmiddel tijdig aanmeldt bij Agentschap NL (www.agentschapnl.nl).

13. Geef een btw-schuld op
Heeft u op de balans nog een btw-schuld staan over de periode 2008 tot en met 2012, meldt deze schuld dan zo snel mogelijk bij de Belastingdienst middels een ‘suppletie omzetbelasting’. Op die manier voorkomt u dat heffingsrente en boete verder oplopen. Neem hiervoor contact op met uw belastingadviseur.

De Belastingdienst is op dit moment druk bezig om de aangifte inkomstenbelasting of de aangifte vennootschapsbelasting van ondernemers te vergelijken met de ingediende btw-aangiften. Blijkt hieruit dat er nog een btw-schuld over voorgaande jaren openstaat, dan ontvangt u van de Belastingdienst een brief waarmee u de aangiftegegevens kunt controleren, vóórdat er een aanslag aan u wordt opgelegd.

14. Bent u al over op IBAN?
Per 1 februari 2014 worden alle rekeningnummers van zowel particulieren als bedrijven vervangen door internationale rekeningnummers (IBAN). U bent hier ongetwijfeld door uw bank al op gewezen. De overgang naar IBAN heeft met name voor bedrijven nogal wat voeten in de aarde. Zo zult u uw softwarepakketten en facturatiesystemen tijdig moeten aanpassen. En wat dacht u van uw briefpapier of andere communicatiemiddelen waarop u uw rekeningnummer vermeldt? Wacht daarom niet langer en start met uw voorbereidingen. De website www.overopIBAN.nl bevat alles wat u nodig heeft voor een soepele overgang.

15. Check uw voorlopige aanslagen
Met het einde van het jaar in zicht, kunt u uw winst voor 2013 waarschijnlijk redelijk goed inschatten. De voorlopige aanslag die u aan het begin van het jaar van de Belastingdienst heeft ontvangen, kan te hoog of te laag zijn vastgesteld. Check daarom samen met uw belastingadviseur uw voorlopige aanslag en voorkom dat uw onderneming op dit moment te weinig of te veel belasting betaalt. Vraag –indien nodig – de Belastingdienst op tijd om een (nadere) voorlopige aanslag. Zo voorkomt u tevens dat u onnodig belastingrente betaalt als de winst hoger uitvalt dan in eerste instantie verwacht.

Let op!
De belastingrente gaat vanaf 1 april 2014 omhoog. Het percentage van de belastingrente is voor de inkomstenbelasting dan minimaal 4% en voor de vennootschapsbelasting zelfs minimaal 8%.

16. Benut de herinvesteringsreserve
Verkoopt u een bedrijfsmiddel en behaalt u hiermee een boekwinst, dan betaalt u over deze winst belasting. U kunt deze belastingheffing ook uitstellen door de boekwinst te reserveren in de herinvesteringsreserve. U moet dan wel een vervangingsvoornemen hebben. Investeert u in een nieuw bedrijfsmiddel, dan boekt u de reserve af op de aanschafprijs van het nieuwe bedrijfsmiddel.

De herinvesteringstermijn bedraagt maximaal drie jaar na het jaar waarin u het bedrijfsmiddel heeft verkocht. Dat betekent dat als u in 2010 de boekwinst van een bedrijfsmiddel heeft toegevoegd aan de herinvesteringsreserve, u nog tot 31 december 2013 de tijd heeft om in een nieuw bedrijfsmiddel te investeren. Zo niet, dan valt de boekwinst van het verkochte bedrijfsmiddel alsnog vrij en moet u hierover belasting betalen. In bijzondere gevallen is het mogelijk om de herinvesteringstermijn te verlengen. U heeft dan wel toestemming van de belastinginspecteur nodig.

Tip
Stelt u bepaalde vermogensbestanddelen ter beschikking aan uw bv of aan de onderneming van uw partner, dan mag u ook een herinvesteringsreserve vormen. Deze mogelijkheid staat namelijk ook open voor de ‘terbeschikkingsteller’.

17. Einde aangiftebrief omzetbelasting
Verzorgt u zelf de aangifte omzetbelasting van uw bedrijf, dan ontvangt u periodiek van de Belastingdienst de aangiftebrief omzetbelasting. Deze dient ter herinnering dat het weer tijd is om uw btw-aangifte te doen. Bij deze aangiftebrief zit ook altijd een acceptgiro. Beide komen te vervallen. De acceptgiro verdwijnt al per december 2013 en de aangiftebrief vanaf 1 januari 2014.

Wel krijgt u begin januari eenmalig een jaaroverzicht van de Belastingdienst met daarin de aangiftetijdvakken, de uiterste inlever- en betaaldatums en de betalingskenmerken.

Tip
Wilt u toch graag periodiek een herinnering van de Belastingdienst ontvangen, dan kunt u dit regelen via het beveiligde gedeelte van de Belastingdienstsite. U ontvangt dan automatisch per e-mailbericht een herinnering dat het weer tijd is voor uw btw-aangifte.

Gebruikt u aangifte- of administratiesoftware voor de aangifte btw en eventueel de opgaaf intracommunautaire prestaties (ICP), zorg er dan voor dat uw software vanaf 1 januari 2014 geschikt is voor SBR (Software Business Reporting programma). Informeer hier tijdig naar bij uw softwareleverancier. Ook moet u een PKIoverheid (service) servercertificaat hebben of een alternatief. Doet u de aangifte omzetbelasting in het aangifteprogramma op het beveiligde gedeelte van de internetsite van de Belastingdienst, dan verandert er niets.

18. Voorkom verliesverdamping
Uw bedrijfsverliezen zijn niet onbeperkt verrekenbaar met uw bedrijfswinsten. In de vennootschapsbelasting kunt u een verlies verrekenen met de belastbare winst uit het voorgaande jaar (carry-back) of met de winsten uit de komende negen jaar (carry-forward). Bent u ondernemer in de inkomstenbelasting, dan kunt u een verlies verrekenen in box 1 met positieve inkomsten uit de drie voorafgaande jaren en de negen volgende jaren.

Heeft u in 2004 een verlies geleden dat u nog niet heeft kunnen verrekenen, laat dit verlies dan niet ongemerkt verdampen. Misschien kunt u dit jaar nog winst naar voren halen. Er zijn allerlei mogelijkheden om verliesverdamping te voorkomen. Wilt u bijvoorbeeld een bedrijfsmiddel verkopen, stel dit dan niet uit. Behaalt u met de verkoop namelijk een belaste (boek)winst, dan kunt u hiermee nog openstaande verliezen verrekenen. Informeer bij uw adviseur welke mogelijkheden u wellicht heeft.

Let op!
Voor de aangiften 2009 tot en met 2011 gold in de vennootschapsbelasting een tijdelijke verruiming van de carry-backtermijn van één jaar naar drie jaar. Heeft u hier gebruik van gemaakt, dan is de voorwaartse verliesverrekening (carry-forward) beperkt van negen tot zes jaar.

19. Last van integratieheffing? Stel nieuw pand uit tot 2014!
De integratieheffing in de omzetbelasting wordt per 1 januari 2014 afgeschaft. Hiermee komt een einde aan de btw-heffing over zelfvervaardigde goederen, waarover nog geen btw werd berekend. U krijgt nu nog te maken met de integratieheffing wanneer u als ondernemer een goed vervaardigt of laat vervaardigen, en hier de materialen voor ter beschikking stelt. De heffing komt dan om de hoek kijken als u het goed vervolgens gaat gebruiken voor (deels) vrijgestelde prestaties. Tijdens de vervaardiging kunt u de btw in aftrek brengen; bij oplevering (ingebruikname) bent u dan btw verschuldigd. Met name vrijgestelde ondernemers die een bedrijfspand lieten bouwen op eigen grond kregen te maken met de integratieheffing. Dat is nu binnenkort verleden tijd.

Tip
Omdat de integratieheffing wordt afgeschaft, kan het verstandig zijn om de ingebruikname van een nieuw onroerend goed – dat u voor vrijgestelde prestaties gaat gebruiken – uit te stellen tot na 1 januari 2014.

Voor ondernemers die nu al btw op goederen en diensten in aftrek hebben gebracht in de veronderstelling dat zij bij ingebruikname van het nieuw vervaardigd goed integratieheffing zouden moeten betalen, is er overgangsrecht. Dit komt er kort gezegd op neer dat u de btw gedurende de vervaardiging nog in aftrek kunt brengen. Bij ingebruikname van het goed voor vrijgestelde prestaties moet u deze btw in een keer terugbetalen.

20. Meer financieringsmogelijkheden met ruimere overheidskredieten
Omdat veel bedrijven nog steeds moeilijk aan een financiering kunnen komen, worden de financieringsmogelijkheden voor het bedrijfsleven via overheidskredieten tijdelijk uitgebreid vanaf
1 november 2013 tot en met 31 december 2014. Het gaat om een aantal bekende kredieten, zoals de BMKB en de Garantie ondernemingsfinanciering.

BMKB
Het borgstellingspercentage in de regeling Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) is tijdelijk verhoogd van 45% naar 67,5% met een maximum borgstellingskrediet van € 200.000. Voor starters en innovatieve mkb-bedrijven gelden andere percentages.

Het maximumbedrag dat per mkb-ondernemer aan bedrijfsborgstellingskredieten kan worden verstrekt, wordt verhoogd van € 1 mln naar € 1,5 mln.

Garantie Ondernemingsfinanciering
Grotere bedrijven krijgen ruimere mogelijkheden met de Garantie Ondernemingsfinanciering. Het maximale garantiebedrag van deze regeling wordt tot uiterlijk 31 december 2014 verhoogd van
€ 25 mln naar € 75 mln. Hierdoor kunnen leningen van maximaal € 150 mln tot de helft gegarandeerd worden.

Qredits
Met ingang van 1 november 2013 start microfinancieringsorganisatie Qredits met de verstrekking van een nieuw financieringsproduct: het MKB-krediet. Bedrijven die niet bij een bank terechtkunnen voor hun financiering, kunnen bij Qredits aankloppen voor leningen tussen de € 50.000 en € 150.000. Het microkrediet tot € 50.000 voor kleine ondernemers blijft bestaan.

Innovatiekrediet
Tot slot worden ook voor innoverende bedrijven de mogelijkheden verruimd. Het kredietpercentage dat de overheid verstrekt voor de gehele projectfinanciering van kleine bedrijven, gaat tijdelijk omhoog van 35% naar 45%. Voor het mkb dat samenwerkt met een kennisinstelling of andere bedrijven gaat het percentage omhoog naar 50%.