Skip to main content

Tips voor alle belastingplichtigen

By 12 december 2013december 8th, 2020Nieuws

1. Aftrek lijfrentepremie mogelijk, maar let op!
Premies voor een lijfrenteverzekering of stortingen op een lijfrentespaarrekening of beleggingsrecht zijn alleen aftrekbaar als u in een bepaald jaar niet voldoende pensioen heeft opgebouwd. Dit wordt bepaald aan de hand van de jaarruimte of reserveringsruimte. Als u aan dit criterium voldoet, is het zaak dat u de premies daadwerkelijk in 2013 betaalt! Doet u dit niet, dan kunt u de lijfrentepremie niet in uw aangifte 2013 in aftrek brengen.

Er is een uitzondering op de regel dat lijfrentepremies alleen aftrekbaar zijn als zij ook daadwerkelijk in dat jaar betaald zijn. Staakt u als ondernemer uw onderneming in 2013 en zet u de stakingswinst vóór 1 juli 2014 om in een lijfrente, dan is de premie aftrekbaar mits u deze in de eerste zes maanden van volgend jaar betaalt. Datzelfde geldt voor de omzetting van de oudedagsreserve in een lijfrente.

Tip
Wanneer uw onderneming overgaat van een eenmanszaak naar een bv, kunt u de lijfrente onderbrengen bij de voortzettende onderneming. U kunt dan een lijfrente bedingen bij uw bv in plaats van bij een bank of verzekeraar. Bovendien hoeft u niet af te rekenen over (een deel van) de stakingswinst.

2. Vermogenstoets: belastingnadeel of -voordeel?
Vanaf dit jaar geldt een vermogenstoets voor de zorgtoeslag en het kindgebonden budget. Ook is de eigen bijdrage voor de AWBZ voor mensen met vermogen verhoogd. Heeft u nu recht op zorgtoeslag of het kindgebonden budget, hou dan uw vermogen – zoals uw bank- en spaartegoeden in box 3 – in de gaten. Vanaf 1 januari 2013 geldt namelijk een vermogenstoets voor deze beide toeslagen wanneer u boven een bepaald bedrag uitkomt. U ontvangt boven dit bedrag geen toeslag.

Voor de hoogte van de eigen bijdrage voor de AWBZ telt uw verzamelinkomen mee. Naast 4% van uw vermogen dat al in het verzamelinkomen zit, wordt vanaf 2013 ook nog 8% van uw belaste
box 3-vermogen bij het (verzamel)inkomen geteld. Het verzamelinkomen is de basis voor de berekening van de eigen bijdrage AWBZ. Overigens wordt voor de bepaling van deze eigen bijdrage uitgegaan van het verzamelinkomen en het vermogen in box 3 van twee jaar eerder.

Tip
Door te schenken aan kinderen, kleinkinderen of een goed doel (al dan niet onder schuldigerkenning) verlaagt u uw vermogen en verkleint u het nadeel van de vermogenstoets voor de toeslagen of de vermogensinkomensbijtelling voor de eigen bijdrage AWBZ.

3. Beleggingen? Groene projecten met extra voordeel
Heeft u beleggingen, dan moet u de waarde van deze beleggingen ook opgeven in box 3. Belegt u in groene projecten, dan is de Belastingdienst u goed gezind. Dat geldt niet voor de beleggingen in durfkapitaal, sociaal-ethische beleggingen en culturele beleggingen. De vrijstellingen hiervoor zijn per 1 januari 2013 vervallen. Voor groene beleggingen echter blijft u een vrijstelling houden in box 3 van maximaal € 56.420 (€ 112.840 voor partners gezamenlijk). Bovendien blijft u nog recht houden op een heffingskorting van 0,7% (2013) van het vrijgestelde bedrag in box 3. Wilt u gaan beleggen in een groen fonds, check dan ook of dit fonds wel door de Belastingdienst als een dergelijk fonds is aangewezen, want anders profiteert u niet van de voordelen.

Let op!
Heeft u recht op zorg- of huurtoeslag of kindgebonden budget, hou er dan rekening mee dat de vrijstelling voor groene beleggingen in de inkomstenbelasting niet telt voor de toeslagen. Groene beleggingen tellen dus mee als vermogen voor de vermogenstoets.

4. Forse verandering van de AOW
De komende jaren zult u wat langer moeten doorwerken voordat u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Deze leeftijd gaat namelijk stapsgewijs omhoog. Dit jaar met een maand, in 2014 met twee maanden en in 2015 met drie maanden. Na 2015 gaat dit volgens de plannen van het huidige kabinet nog sneller omhoog. Hierdoor bereikt u de AOW-leeftijd in 2018 met 66 jaar en in 2021 met 67 jaar. Doordat u later AOW krijgt, wordt u mogelijk geconfronteerd met een inkomensgat. Afhankelijk van uw leeftijd kan het verstandig zijn om hier nu al rekening mee te houden, bijvoorbeeld door extra geld opzij te zetten.

Neemt u op 1 januari 2013 deel aan een VUT- of prepensioenregeling, dan heeft u zich niet kunnen voorbereiden op de leeftijdsverhoging van de AOW. U kunt dan mogelijk gebruikmaken van een overbruggingsregeling. De regeling geldt voor deelnemers met een inkomen tot 200% van het bruto wettelijk minimumloon (300% voor paren). Om te bepalen of u in aanmerking komt voor de overbruggingsregeling, tellen het inkomen van uw partner en uw vermogen mee. Uw eigen woning en pensioenvermogen tellen echter niet mee.

Partnertoeslag
De partnertoeslag vervalt op 1 april 2015. Dat is al besloten in 1995. U heeft na 1 april 2015 alleen nog recht op toeslag als u bent geboren voor 1 januari 1950, u voor 1 januari 2015 gehuwd of samenwonend was én voor 1 april 2015 een gedeeltelijke of hele toeslag kreeg.

Tip
Bereikt u straks de AOW-gerechtigde leeftijd, dan kan door het vervallen van de partnertoeslag uw gezamenlijk inkomen lager uitvallen dan waar u op rekende. Het is daarom verstandig om daar nu alvast rekening mee te houden, bijvoorbeeld door wat extra geld opzij te zetten.

Verder wil het kabinet de partnertoeslag per 1 juli 2015 aanpassen. Als u samen met uw partner een hoger inkomen heeft, stopt de partnertoeslag na een afbouw van drie jaren. Dit staat in een wetsvoorstel dat op 1 oktober 2013 is aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer moet het voorstel nog behandelen en goedkeuren. De wijzigingen gelden naar verwachting vanaf 1 januari 2015.

5. Naar één rekeningnummer voor uitbetalingen
De Belastingdienst betaalt vanaf 1 december 2013 bedragen, zoals een teruggaaf van inkomstenbelasting of een toeslagvoorschot, uit op één rekeningnummer. Dat rekeningnummer moet op uw naam staan. Het is dan niet meer mogelijk om een voorlopige aanslag of een toeslag door de Belastingdienst over te laten maken op andermans rekening (voor de kinderopvangtoeslag kan een uitzondering gelden). Ontvangt u van de Belastingdienst bedragen op de gezamenlijke rekening met uw partner, dan blijft dit zo, zolang de rekening in ieder geval ook op uw naam staat.

Tip
Als er door de overgang naar één rekeningnummer voor u iets verandert, dan ontvangt u als het goed is vóór 1 maart 2014 van de Belastingdienst een brief. U kunt natuurlijk ook altijd zelf uw rekeningnummer aan de Belastingdienst doorgeven.

6. Einde notariële akte voor periodieke giften
Bent u van plan om periodiek een bedrag te schenken aan een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) of een vereniging met minimaal 25 leden, stel dit dan nog even uit tot volgend jaar. Vanaf 1 januari 2014 vervalt namelijk de verplichte notariële akte voor de aftrekbaarheid van de gift in de inkomstenbelasting en dat levert een besparing op van notariskosten. De periodieke gift is vanaf volgend jaar ook aftrekbaar als deze wordt vastgelegd in een schenkingsovereenkomst tussen de gevende en de ontvangende partij. Wel blijft gelden dat een periodieke gift alleen aftrekbaar is als deze een looptijd heeft van minimaal vijf jaar (of eindigt bij eerder overlijden). De Belastingdienst zal binnen enkele maanden een model-schenkingsovereenkomst ter beschikking stellen via een download op de website.

Tip
Schenkt u aan een culturele ANBI, dan mag u uw gift voor de berekening van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting verhogen met 25%. Deze verhoging kan maximaal € 1.250 zijn.

7. Stel uitgaven voor specifieke zorgkosten niet langer uit
Maakt u kosten voor ziekte of invaliditeit, dan heeft u mogelijk recht op aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten. De aftrek van specifieke zorgkosten wordt steeds verder aan banden gelegd. Zo zijn bijvoorbeeld dit jaar de kosten van bepaalde vruchtbaarheidsbehandelingen en de kosten voor bepaalde mobiliteitshulpmiddelen, zoals een rollator, al niet meer aftrekbaar. Volgend jaar worden de regels opnieuw aangescherpt, dus stel uw uitgaven voor specifieke zorgkosten niet langer uit. Vanaf 2014 zijn namelijk ook de uitgaven voor scootmobielen, rolstoelen en woningaanpassingen niet langer fiscaal aftrekbaar. Voor deze voorzieningen komt u mogelijk nog wel in aanmerking voor een bijdrage vanuit uw gemeente.

Let op!
Alleen de uitgaven voor specifieke zorgkosten die u niet vergoed krijgt van uw ziektekostenverzekering mag u aftrekken (voor zover deze meer bedragen dan het wettelijk eigen risico).

8. Belastingvrij schenken nog aantrekkelijker
Uw vermogen moet u op een gegeven moment overdragen. Schenken bij leven is nog altijd voordeliger dan vererven bij overlijden. Zeker als u handig gebruikmaakt van de vrijstellingen in de schenkbelasting. Dit jaar mag u aan uw kinderen belastingvrij een bedrag schenken van € 5.141. Is uw zoon of dochter tussen de 18 en 40 jaar, dan kunt u eenmalig belastingvrij een bedrag schenken van € 24.676. Dit kan ook als uw kind zelf ouder is dan 40 jaar, maar zijn of haar partner die leeftijd nog niet heeft bereikt.

Deze eenmalig verhoogde vrijstelling voor kinderen van 18 tot 40 jaar kan nog verhoogd worden tot
€ 51.407 als uw kind het geld gebruikt voor de eigen woning of om een dure studie te betalen. Er gelden aanvullende voorwaarden, dus laat u goed informeren voordat u een schenking doet.

Tip
Van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 geldt er zelfs een hogere vrijstelling als het gaat om een schenking voor de eigen woning. In plaats van het plafond van € 51.407, geldt tijdelijk een vrijstelling van maximaal € 100.000, mits het bedrag wordt gebruikt voor de eigen woning of voor de aflossing van een hypotheekschuld. Ook de leeftijdsgrens vervalt tijdelijk en de relatie tussen schenker en ontvanger. Iemand mag dus ook een schenking (maximaal € 100.000) voor de eigen woning ontvangen van een ander familielid of van een willekeurige derde. Tot slot mag de schenking ook worden gebruikt voor de aflossing van een restschuld na verkoop van de eigen woning. Dit is een structurele verruiming vanaf 29 oktober 2012, die ook na 1 januari 2015 mogelijk blijft.

9. Extra korting bij opname levenslooptegoed dit jaar
Neemt u deel aan de levensloopregeling en was het tegoed op uw levenslooprekening op
31 december 2011 € 3.000 of meer, dan kunt u door blijven sparen in de regeling tot 1 januari 2022. Vanaf 2012 bouwt u echter al geen levensloopverlofkorting meer op.

Besluit u nog dit jaar het volledige tegoed in één keer op te nemen, dan betaalt u belasting over 80% van het tegoed dat op 31 december 2011 op de rekening stond. Het tegoed dat u heeft opgebouwd vanaf 1 januari 2012 is wel volledig belast. U mag zelf weten waaraan u het tegoed besteedt. De eis dat het levenslooptegoed alleen kan worden opgenomen voor verlof, is komen te vervallen.

Let op!
U kunt het gespaarde bedrag op de levenslooprekening in 2013 ook in delen opnemen. Dit is echter minder voordelig. U betaalt dan belasting over 100% van het levenslooptegoed dat u vóór het laatste deel opneemt. Slechts voor het laatste deel van het levenslooptegoed dat u opneemt, geldt dat de belasting wordt berekend over 80% van dit tegoed.

Neemt u uw volledige tegoed in 2013 op, dan kunt u niet meer bijstorten op de levenslooprekening. De levensloopregeling is dan voor u definitief beëindigd.

10. Inkeren bij zwart geld
Heeft u bepaalde inkomsten of vermogen (binnenlands of buitenlands) in het verleden niet of niet volledig aan de Belastingdienst doorgegeven, dan heeft u de mogelijkheid om uw aangifte inkomstenbelasting vrijwillig te verbeteren. Dit wordt ook wel de inkeerregeling genoemd. De Belastingdienst geeft ‘zwartspaarders’ tijdelijk de mogelijkheid om boetevrij in te keren. Wie zichzelf vóór 1 juli 2014 vrijwillig meldt bij de Belastingdienst krijgt geen boete. Daarna geldt de huidige inkeerregeling weer. De boete bij inkeer bedraagt dan 30% van de ontdoken belasting. Vanaf 1 juli 2015 gaat deze boete verder omhoog naar 60% van de ontdoken belasting.