Kamerbrief over tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit UBO-register

Minister Kaag (Financiën) informeert de Tweede Kamer over een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over de verstrekking van UBO-informatie van juridische entiteiten aan het algemeen publiek.

In een brief aan de Tweede Kamer gaat de minister van Financiën nader in op de gevolgen van het arrest van het HvJ van 22 november 2022 in de gevoegde zaken C-37/20 en C-601/20.

In het licht van het Handvest van de Europese Unie (het Handvest) heeft het HvJ de ongeldigheid vastgesteld van de bepaling van de Vijfde antiwitwasrichtlijn dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de informatie over de uiteindelijk begunstigden van binnen hun grondgebied opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten in alle gevallen voor het grote publiek toegankelijk is.

Hoewel de Nederlandse situatie volgens de minister niet hetzelfde is als de Luxemburgse situatie, waarover prejudiciële vragen zijn gesteld, geeft deze uitspraak aanleiding naar de verstrekking van informatie over UBO’s te kijken. In dat licht heeft de minister de Kamer van Koophandel gevraagd vanaf heden tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit het register meer te verzorgen. De Kamer van Koophandel geeft hier uitvoering aan tot nadere besluitvorming. In de komende dagen zal de minister het arrest met alle betrokkenen nader analyseren en in overleg treden met de Europese Commissie om te bezien welke informatieverstrekkingen wel mogelijk zijn, mede in het licht van toezicht. Het voorlopig niet meer verzorgen van informatieverstrekkingen betekent bijvoorbeeld voor de opsporing dat informatie weliswaar minder gemakkelijk geraadpleegd kan worden, maar dat de benodigde informatie op basis van een vordering van de OvJ nog wel beschikbaar is. De uitspraak kan ook financiële gevolgen hebben, aangezien het beheer van het register wordt bekostigd aan de hand van de vergoedingen voor raadplegingen. De minister zal de Kamer over de nadere analyse en besluitvorming informeren. De uitspraak is overigens niet van invloed op de plicht voor juridische entiteiten om UBO’s te registreren en dit blijft dan ook van kracht.

Download hier de kamerbrief

Bronnen: Rijksoverheid, Novak