Skip to main content

Betekenis van ‘persoonlijk ondernemerschap’ voor de arbeidsrelatie

In het Deliveroo-arrest heeft de Hoge Raad verschillende gezichtspunten genoemd om te bepalen of een werkende als zzp’er of werknemer moet worden gezien. Het Gerechtshof Amsterdam heeft de Hoge Raad inmiddels gevraagd om verduidelijking over het gezichtspunt ‘ondernemerschap’.

Een van de genoemde gezichtspunten in het Deliveroo-arrest gaat over de vraag of een werkende zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen (persoonlijk ondernemerschap). Het Gerechtshof vraagt de Hoge Raad om dit verder te duiden.

Beperkte rol van ondernemerschap
Het parket van de Hoge Raad concludeert dat het gezichtspunt ‘persoonlijk ondernemerschap’ pas relevant wordt als de andere acht gezichtspunten geen duidelijkheid bieden. Deze gezichtspunten zijn:

  1. De aard en duur van de werkzaamheden;
  2. Hoe de werkzaamheden en werktijden worden bepaald;
  3. De inbedding van het werk en de werkende binnen de organisatie en bedrijfsvoering van de opdrachtgever;
  4. De verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren;
  5. Hoe de contractuele verhouding tot stand is gekomen;
  6. De manier waarop de beloning wordt vastgesteld en uitgekeerd;
  7. De hoogte van de beloning;
  8. Of de werkende commercieel risico loopt.

Volgens de wet wordt niet de persoon van de zzp’er, maar de arbeidsrelatie als geheel gekwalificeerd. Het gedrag van de werkende in het economisch verkeer kan de balans niet doen omslaan naar een overeenkomst van opdracht als uit de andere gezichtspunten blijkt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Deze visie sluit aan bij zowel het wetsvoorstel voor de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (WVBAR) als bij het toetsingskader van het Europees Hof van Justitie.

Ondernemerschap als tegenargument voor werknemerschap
Ondernemerschap kan echter dienen als tegenargument voor het aannemen van werknemerschap. De rechter kijkt niet alleen naar de eerste acht gezichtspunten, maar beoordeelt ook of binnen de arbeidsrelatie sprake is van ondernemerschap. De vraag of een werkende als ondernemer moet worden gezien, is dus onlosmakelijk verbonden met het toetsingskader uit het Deliveroo-arrest.

Advies aan de Hoge Raad
Een advocaat-generaal (AG) bij de Hoge Raad heeft in september 2024 een conclusie gepubliceerd over de betekenis van ‘ondernemerschap’ bij de kwalificatie van de arbeidsrelatie (overeenkomst van opdracht of arbeidsovereenkomst). Het is nu aan de Hoge Raad om te beslissen of zij dit advies zal volgen of een andere uitspraak zal doen.

Bron: Salarisnet