Voorstellen uit het Belastingplan 2023
Hierna volgen de belangrijkste voorstellen uit het ‘Belastingplan 2023’ die op 1 januari 2023 in werking treden, tenzij anders is vermeld:
- Snellere afbouw van de zelfstandigenaftrek dan eerder was bepaald. De aftrek gaat van € 6.310 in 2022 stapsgewijs naar € 1.200 in 2026 en naar € 900 in 2027. De aftrek bedraagt volgend jaar € 5.030. De startersaftrek (€ 2.123) blijft voorlopig ongewijzigd.
- Einde FOR. Het blijft wel mogelijk om de op 31 december 2022 bestaande reserve volgens de huidige regels af te wikkelen.
- Het Vpb-tarief in de eerste schijf gaat naar 19% en de schijfgrens wordt teruggebracht van € 395.000 naar € 200.000.
Andere in het Belastingplan 2023 voorgestelde maatregelen zijn onder meer:
- Vanaf 2024 invoering van twee box-2-tarieven. De eerste schijf met een tarief van 24,5% geldt voor box-2-inkomsten tot € 67.000 (bij gelijke verdeling tussen partners: € 134.000) en daarboven zal een tarief van 31% gelden;
- De uitzondering op de gebruikelijkloonregeling voor innovatieve start-ups vervalt; 25% doelmatigheidsmarge vervalt.
- De onbelaste reiskostenvergoeding gaat omhoog van € 0,19 naar € 0,21 per kilometer. Vanaf 2024 gaat deze vergoeding verder omhoog naar maximaal € 0,22 per kilometer; De verhogingen gelden ook voor de forfaits voor reiskosten ziekenbezoek, de kilometervergoeding voor weekenduitgaven gehandicapten en voor de giftenaftrek als de vrijwilliger afziet van de reiskostenvergoeding;
- De 30%-regeling wordt vanaf 2024 gemaximeerd tot de norm van de Wet normering topinkomens, ook wel bekend als de Balkenendenorm. In 2022 bedraagt deze norm € 216.000;
- Het lage IB-tarief gaat omlaag van 37,07% naar 36,93% en de grens van de eerste schijf wordt verhoogd van € 69.398 tot 73.031;
- De maximale arbeidskorting gaat omhoog evenals de ouderenkorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) van € 2.534 tot € 2.694. Kinderen geboren in 2025 tellen niet meer mee voor de IACK;
- De maximale algemene heffingskorting gaat van € 2.888 omhoog naar € 3.070. Vanaf 2025 zal bij de afbouw van de algemene heffingskorting ook rekening gehouden worden met het inkomen in box 2 en box 3. Het verzamelinkomen wordt dan dus hiervoor bepalend;
- Afschaffing middelingsregeling. De laatste jaren waarover gemiddeld kan worden zijn 2022, 2023 en 2024;
- Verlaging jubelton van € 106.671 tot € 28.947. Wel mag in 2023 aanvullend vrijgesteld worden geschonken voor een woning aan dezelfde begiftigde tot € 106.671, mits het kind in 2022 een beroep op de vrijstelling heeft gedaan. Het kind moet de schenkingen uiterlijk 31 december 2024 hebben besteed aan de woning;
- Het box-3-tarief gaat met 1% per jaar omhoog naar 34% in 2025. Het heffingvrije vermogen wordt verhoogd van € 50.650 (partners: € 101.300) naar € 57.000 (partners: € 114.000). De eerder voorgenomen verhoging naar € 80.000 gaat dus niet door.
- Codificatie beleid inzake omzetting ODV in lijfrente;
- Verhoging van het hoge OVB-tarief van 8% naar 10,8%;
- Actualisering van de percentages van de leegwaarderatio voor een verhuurde (verpachte) woning vaste huurcontracten. Tijdelijke huurcontracten worden dus uitgesloten van de leegwaarderatio. Daarvoor geldt de WOZ-waarde. Bij verhuur aan gelieerde partijen wordt uitgegaan van de hoogste leegwaarderatio, die vanaf 2023 naar 100% gaat. Dit percentage wordt ook toegepast bij een jaarlijkse huurprijs van meer dan 5% ten opzichte van de WOZ-waarde. Voor deze verhuursituaties wordt de leegwaarderatio feitelijk afgeschaft;
- Het btw-nultarief wordt van toepassing op de levering en installatie van zonnepanelen op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen;
- Afschaffing ondernemersvrijstelling bpm per 1 januari 2025 en de heffingsgrondslag wordt afhankelijke van de CO2-uitstoot (net als bij personenauto’s);
- Verhoging van de motorrijtuigenbelasting met 15% in 2025 voor bestelauto’s en in 2026 met 6,96%;
- Jubelton verdwijnt (verhoogde schenkvrijstelling).
Meer informatie over het Belastingplan vind u hier
Bron: Fiscount, Rijksoverheid