Skip to main content

Rechtbank Gelderland (15 februari 2022, 21/1426, ECLI:NL:RBGEL:2022:394, NLF 2022/0540, met noot van Hageman) heeft de rechtsvraag of X (belanghebbende) verplicht kon worden eHerkenning te gebruiken en derhalve deze bij een commerciële partij aan te schaffen teneinde aan haar aangifteplicht voor de loonheffing te kunnen voldoen, met een zeer duidelijk ‘nee’ beantwoord. Naar aanleiding van deze uitspraak zijn Kamervragen gesteld.

De staatssecretaris geeft in zijn antwoorden (onder andere) aan dat de Belastingdienst is doorgegaan met eHerkenning zodat belastingplichtigen, inhoudingsplichtigen en ondernemers die zelf digitaal aangifte willen doen via Mijn Belastingdienst Zakelijk (MBD-Z) een inlogmiddel gebruiken dat voldoet aan de Europese eisen. Het kabinet is verder van mening dat voor het gebruik van eHerkenning een wettelijke basis bestaat in artikel 2:15 Awb en specifiek voor het fiscale domein in artikel 3a AWR en de Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst. Als het aan het kabinet ligt, wordt de wettelijke basis van eHerkenning verder verankerd in de Wet digitale overheid. De staatssecretaris licht dit verder toe.

Bron: Fiscanet