Bij de btw-aangifte over het vierde kwartaal moet u rekening houden met een aantal zaken.
Denk aan de afdracht over privégebruik auto en andere middelen. Bij de omzet belasting over het laatste kwartaal moet u btw afdragen over privégebruik van zaken die tot de onderneming behoren. Voor het privégebruik van de auto kunt u gebruikmaken van een forfaitaire regeling. U draagt bij de aangifte over het laatste tijdvak van het jaar 2,7% van de catalogusprijs van de auto af. In plaats van de forfaitaire regeling kunt u btw betalen over het werkelijke privégebruik. Dit kan voordeliger zijn, maar u moet de omvang c.q. de kosten van het privégebruik wel kunnen bewijzen. Voor een auto die inclusief het jaar van ingebruikname vijf jaar in de onderneming is gebruikt, geldt een lager forfait van 1,5%. Heeft u bij de aankoop van de auto geen btw in aftrek gebracht, dan mag u voor de berekening van het privégebruik altijd uitgaan van het lagere forfait.
De btw op andere middelen komt in aftrek naar gelang van de mate waarin u de bedrijfsmiddelen voor btw-belaste prestaties gebruikt. De aftrek moet hetzien worden als de mate van gebruik voor belaste prestatie. Er geldtvoor onroerende zaken een herzieningstermijn van negen jaar, volgend op het jaar waarin u de zaak bentgaan gebruiken. Voor roerende zaken bedraagt een herzieningstermijn van vier jaar volgend op het jaar van ingebruikname. Heeft u in 2018 uw bedrijfsmiddel meer gebruikt voor vrijgestelde prestaties, dan moet u de herzienings-btw verwerken in de laatste aangifte van 2018. U heeft recht op een teruggaaf van herzienings-btw als u door het veranderde gebruik in het verleden te weinig btw in aftrek heeft gebracht. Deze moet ook verwerkt worden in de laatste aangifte van het jaar.