Coronasteun loopt door tot 1 oktober 2021
De belangrijkste steunpakketten van corona lopen door tot 1 oktober 2021. Naast de verlengingen zijn er ook enkele wijzigingen doorgevoerd:
- De Tegemoetkoming van de Vaste Lasten (TVL) loopt door in het derde kwartaal van 2021. Net als in het tweede kwartaal zullen organisaties dan ook maximaal 100% van de berekende vaste lasten kunnen terugkrijgen. Daarnaast krijgen aanvragers vanaf het tweede kwartaal een keuze welk kwartaal zij willen gebruiken als referentieperiode om de omzetdaling vast te stellen. Dat kan het tweede kwartaal van 2019 zijn of het derde kwartaal van 2020. Verder wordt het maximale subsidiebedrag voor het grootbedrijf in het tweede kwartaal ‘eenmalig’ opgehoogd van € 600.000 naar € 1,2 miljoen. In het derde kwartaal zakt het plafond weer naar € 600.000. Daarnaast kunnen ook ‘startende’ ondernemingen TVL aanvragen.
- De loonkostensubsidie NOW wordt ook verlengd tot 1 oktober 2021. De minimale omzetdaling (20%) en het subsidiepercentage (85%) blijven gelijk aan het tweede kwartaal van 2021. De nieuwe referentiemaand voor de loonkosten is februari 2021. Ook lost het kabinet een ander knelpunt op: een vergoeding vanuit de TVL telt met terugwerkende kracht vanaf oktober 2020 niet meer mee als omzet voor de NOW. Hierdoor zouden organisaties meer NOW-subsidie kunnen overhouden.
- Ook de TOZO-regeling, die inkomenssteun en gunstige bedrijfsleningen biedt aan zzp’ers, loopt door in het derde kwartaal. Dit geldt ook voor de aanvullende TONK-regeling. Ondernemers met een TOZO-lening mogen een half jaar later beginnen met terugbetalen, vanaf 1 januari 2022. Tot die tijd betalen zij geen rente. Ook hebben zij nu 60 maanden de tijd om de lening terug te betalen. Dit was 42 maanden.
Of er verlengingen komen in het vierde kwartaal is nog maar de vraag. Te vroeg stoppen met de steun kan ertoe leiden dat gezonde ondernemingen aan het einde van deze crisis alsnog omvallen. Te laat stoppen zal ervoor zorgen dat noodzakelijke aanpassingen in het bedrijfsleven te lang uitblijven.
Bron: Rendement, Rijksoverheid